‘Opruimen is een manier om orde te scheppen in de werkplaats én in m’n hoofd’
Zzp’er Marko is op de goede weg na burn-out – ‘Ik had al veel eerder dan hij in de gaten dat het niet goed met hem ging. Als ik zei “je moet linksom”, dan ging hij rechts. Hij nam niets meer van mij aan. Hij voerde ook niks meer uit. Was altijd negatief. En als we er iets van zeiden, dan lag het aan mij of aan de kinderen. Het lag aan iedereen, behalve aan Marko. Want die werkte vierentwintig uur per dag. Zei hij. Maar hij lag alleen nog maar op de bank. Kon de moed niet meer opbrengen om ergens aan te beginnen. Laat staan iets afmaken’, vertelt zijn vrouw (45). Echtgenote van zzp’er Marko (47), die op dat moment alle tekenen van burn-out vertoonde. Ze hebben twee kinderen, een zoon van 21 en een dochter van 19.
Van metaalbewerker tot service-engineer
Marko start na zijn opleiding tot metaalbewerker en het vervullen van z’n dienstplicht als twintigjarige bij een grote producent van stempels, matrijzen en fijnmechanica. Maar aangezien het totaal niet botert tussen hem en de bedrijfsleider – ‘als ik ergens een hekel aan heb, dan is het repeterend werk. En die vent liet me een half jaar lang koelkanalen boren’- houdt Marko het na een half jaar voor gezien. Een andere reden om te stoppen is een ingrijpende operatie aan beide knieën. Daarna wacht hem een ongeduldig half jaar revalideren voordat hij weer aan de slag kan. Aanvankelijk via een uitzendbureau, maar na verloop van tijd wordt hij direct ingehuurd. Als service engineer bij een aantal grote, internationaal opererende ondernemingen. Met name in de drukkerijwereld. Hij ontwikkelt zich tot een creatieve en innovatieve technisch specialist die overal ter wereld wordt ingezet als troubleshooter. Inmiddels had hij naast zijn opleiding metaalbewerking ook avondcursussen elektra, elektronica en besturingstechniek succesvol afgerond.
Een carrière in een notendop
Marko’s kennis en vakmanschap zijn ongeëvenaard. Evenals zijn rechtlijnige eerlijkheid, z’n eigenzinnigheid en z’n afkeer van autoriteit. Die karaktertrekken brengen hem keer op keer in conflict met z’n superieuren, waarna hij even zo vaak uit moet zien naar een nieuwe baan. Daarom besluit hij in 2003 om voor zichzelf te beginnen als servicemonteur in de grafische industrie. Dat loopt goed totdat hij zich – bij de derde crisis in die branche – realiseert dat de drukkerijwereld qua omvang op z’n eind loopt. Hij besluit om zich meer te gaan toeleggen op de metaalbewerking. Zijn oorspronkelijke vak, dat hij overigens vanaf 2008 alweer een beetje heeft opgepakt.
Ik speelde met mijn leven
‘Ik leefde eigenlijk in de overtuiging dat alles goed ging totdat ik mijn vrouw in juli van 2018 van een trapje valt tijdens het snoeien van de heg. Gebroken rib, geperforeerde long. Het was direct duidelijk dat het een langdurige kwestie zou worden. Tot overmaat van ramp kom ik een paar dagen daarna ook in het ziekenhuis terecht met een darminfectie. Heb ik vijf dagen in het ziekenhuis gelegen, aan het infuus. Vervolgens moest ik het nog een weekje uitzingen en voordat ik weer aan de slag te kon. Dus de maandag er op ben ik weer gaan werken.Zit ik de dinsdag erna bij bevriend collega-ondernemer Joop voor een bakkie koffie. Word ik me daar toch een partij misselijk! Nog nooit meegemaakt. Nu moesten we die dag toevallig naar de huisarts voor mijn vrouw en die huisarts vroeg me hoe het ging. Toen ik haar vertelde van mijn misselijkheid, zei ze dat ik speelde met m’n leven. Ik moest het écht rustiger aan gaan doen.’
Alles loopt mis
‘Naast het werk voor m’n eigen bedrijf, stak ik enorm veel vrije tijd in een rallyteam. Sterker nog: de tijd die ik in dat team stak, ging ernstig ten koste van m’n bedrijf. Ik besteedde zo’n 850 uur per jaar aan die hobby. Helaas is dat op persoonlijke gronden helemaal misgegaan en ben ik eruit gestapt. Aanvankelijk was ik blij en opgelucht, maar vervolgens versnelde de neerwaartse spiraal waar ik – zonder het te beseffen overigens – toch al volop in zat. Het liefste lag ik alleen nog maar op de bank met een fleece deken over m’n kop. Ik wilde niks horen, niks zien, ik nam m’n telefoon niet meer op. Ik zat er helemaal doorheen. En als ik al in de werkplaats was, liep ik rond als een kip zonder kop. Er kwam niets meer uit m’n handen, dus kwam er ook geen geld meer binnen. Tot overmaat van ramp kreeg m’n zus in die periode een hersenbloeding en werden wij als familieleden opgeroepen voor een hersenscan.’
Het failliet van de gezondheidszorg
‘Ik was door de huisarts al eens doorverwezen naar een psycholoog. En ik wist zelf ook donders goed dat ik hulp van een extern iemand nodig had om me eruit te trekken. Dat liep dus verkeerd af. Het begon er al mee dat ze de eerste twee keren ontzettend zat te mauwen over beveiligde e-mail en protocollen. Ik moest ook eerst drie online tests doen voordat we daadwerkelijk aan de slag konden. Dat is wat mij betreft het failliet van de gezondheidszorg. Alles moet in kadertjes: “we hebben aardbeien en banaan.” “Ik lust geen fruit, ik wil chocolade.” “Dat hebben we niet.” Enfin, toen de vierde of vijfde keer de afspraak misliep, heb ik gezegd: “Tief maar op met je zooi. Ik heb er geen zin meer in.” Maar goed. Ondertussen had ik nog steeds een probleem.
Afspraak met ‘burn-out voorkomen – Cornielje Consult
Het dieptepunt was de dag van oudejaarsavond 2018. Ik zat bij Joop en ik vertelde hem hoe oneerlijk ik het vond dat iedereen in m’n omgeving probeerde om me te helpen, maar dat ik iedereen aan het lijntje hield. Ook hem. Toen vertelde Joop dat hij wel iemand kende die kon omgaan met dit soort situaties. Hoe het precies ging, weet ik niet meer. Aanvankelijk had ik ook zoiets van: “Ja… ja… ik weet het niet.” Maar toen ik naar buiten liep zei ik tegen hem: “Weet je wat je doet? Belt hem maar! Want zo kom ik toch geen steek verder.” Dat heeft Joop gedaan en vervolgens kreeg ik te horen dat ik zelf het eerste contact moest leggen met Bernard (van Cornielje Consult, burn-out voorkomen – red.). En toen was het snel geregeld. Twee dagen later had ik al een afspraak met Bernard. Dat vond ik bijzonder prettig. Bovendien hoefde ik niet naar hem toe; hij kwam naar mij. Ik weet nog dat ik tegen mijn vrouw zei: “Dat is raar. Hij komt hier naartoe.” Zo is het gegaan. Het stond gepland voor een uur, maar hij is tweeënhalf uur gebleven.’
Aan het denken gezet
Sindsdien is Bernard hier iedere woensdag en dan werkt hij de hele dag met mij me mee in de werkplaats. Het plezierige van samenwerken met Bernard is dat hij me nooit zegt wat ik moet doen. Hij triggert me door vragen te stellen. “Zou je dat zó nou wel doen?”, “Kan dat niet anders?” Op die manier ben ik aan het denken gezet en kwam ik er bijvoorbeeld achter dat ik veel en veel te weinig facturabele of ‘groene’ uren draaide. Dat begint ermee dat ik absoluut geen plezier beleef aan repetitief werk. Veel liever bedenk ik technische oplossingen voor bijvoorbeeld productieproblemen. Maar zo’n soort bedrijf heb ik niet. Dat repetitieve werk brengt wél geld in het laatje.
‘Groene uren’ schrijven
Toen heb ik samen met Bernard berekend dat ik met vijf of zes ‘groene’ uren per dag mijn boterham kan verdienen. Heb ik die uren erop zitten? Dan kan ik iets gaan doen dat ik leuk vind. Een inventieve oplossing bedenken voor bijvoorbeeld zo’n repetitieve klus. Of op bezoek gaan bij een collega-ondernemer. Want ook eenzaamheid is een oorzaak. Kijk, ik ben van oudsher gewend om in teams met mensen te werken. Hard werken, maar ook met elkaar ouwehoeren en een hoop lol beleven. Dat miste ik enorm, merk ik nu. Die lol moet terug. Verder heb ik ontdekt dat ik klussen ook kan weigeren. Gisteren was er toevallig nog iemand die vroeg of ik in een messing plaatje een gat van 48 naar 51 mm kon boren. Natuurlijk kan ik dat, en vroeger zou ik dat ook zeker hebben gedaan. Maar daar ben ik dan toch al gauw twee uur mee bezig, terwijl ik er hooguit een tientje voor kan rekenen. Dus heb ik hem geadviseerd om het zelf te doen met een kernboor die ze zelf toch ook hebben.’
Langzaam omhoog uit het dal
Langzaam maar zeker begint Marko uit het dal te kruipen en hij plukt er reeds de eerste vruchten van. Zo heeft hij zelf een machine ontworpen om een regelmatig terugkerende, redelijk grote repetitieve klus voor een groot deel te automatiseren. Ook zocht hij contact met een gepensioneerde bedrijfsleider die actief was in een vergelijkbaar bedrijf: ‘Martien is 74 en weet exact hoe het werkt in deze business. Wanneer hij zegt ‘niet doen’, dan kun je het maar beter ‘niet doen’. Van hem heb ik bijvoorbeeld geleerd om niet iedere klus aan te nemen. Of dan loop ik bijvoorbeeld van de freesbank weg en loopt hij achter me aan. Vraagt hij: “Moet je nog iets met die freesbank doen of zo?” “Ja, die wil ik straks nog opnieuw instellen.” “Oh nee, dan is het goed. Voor hetzelfde geld kan-ie uit.” Zo’n type mens is hij. Iemand niet gaan lopen vertellen hoe het wel of niet moet. Wel even bewust maken dat het apparaat ook uit kan. Dát, en de wetenschap dat ik hem gerust z’n gang kan laten gaan met werken. Dat geeft me veel rust. Staan we hier met z’n tweeën twee, drie dagen te werken. Is aan het eind van de rit al het werk gedaan. Veelal draait hij de productie en doe ik die kleine dingen; dat prutswerk dat ik zo leuk vind. En het levert allebei iets op. Dus ook dat is mooi meegenomen.’
Fuck de groene uren
‘Ik ben op de goede weg, maar ik ben er zeker nog niet. Afgelopen weekend bijvoorbeeld heb ik weer vreselijk slecht geslapen. Dan doe ik voor mijn gevoel echt een stap achteruit. Moet ik mezelf er op maandagmorgen echt met de haren bij slepen. En afgelopen maandag heb ik gezegd “fuck de groene uren. IK GA OPRUIMEN!” Dat heb ik ook gedaan. Achteraf verklaar ik het als een manier om orde te scheppen. In de werkplaats, maar ook in m’n hoofd.’