Voor de Dorpen Lijsttrekker Harold van den Broek:
‘Bij vorming Maashorst moet een bepaalde mate van gelijkwaardigheid worden gehanteerd!’
Ik weet niet hoe Harold van den Broek van Voor de Dorpen de negen maanden vóór zijn geboorte heeft ervaren, maar ik vermoed dat hij zich knap heeft verveeld. In de baarmoeder valt nu eenmaal weinig te regelen. En dat is nu wat hij het liefste doet. Regelen. Organiseren. Besturen. Niet voor zichzelf, maar voor het algemeen nut. Zo is er in zijn geboortedorp Reek geen vereniging waar hij niets voor heeft gedaan. Als vijftienjarige stond hij mede aan de basis van de vijftienjarigenclub, hij was betrokken bij de oprichting van de Klei-club van soos ’t Kulleke en één van de oprichters van Heemkundekring Schaijk-Reek. Op het Rivendell College in Uden werd hij vrijgesteld van gymnastiek om zich – samen economie leraar Huub Stoffels – in te kunnen zetten voor het oprichten van schoolcafé de ENVE. Hiervoor konden de leerlingen voor één gulden een aandeel konden kopen en bij rendement werden ze uitbetaald in consumptiebonnen.
Hij is inmiddels twaalf jaar gemeenteraadslid voor de Reekse Politieke Partij (RPP), is provinciaal Statenlid voor Lokaal Brabant en nu tijdens de herindelingsverkiezingen voor de gemeente Maashorst lijsttrekker namens Voor de Dorpen.
‘Na de middelbare school ben ik naar de verkeersacademie gegaan en ben ik in de transportwereld terechtgekomen als logistiek manager. Dat doe ik nog steeds overigens. Ik houd me op dit moment projectmatig bezig met onder andere duurzame logistiek voor de Cornelissen Groep in Nijmegen. Pas in 2009 ben ik me politiek gaan inzetten, toen mijn kinderen vroegen waarom we in Reek geen winkels in het dorp hebben. En als ik aan iets begin, laat het me niet meer los. Maar alles wat ik doe, komt voort uit de behoefte om me in te zetten voor de gemeenschap. Want het mooie is dat als jij iets doet voor een ander, krijg je het ook weer terug. Dat vind ik ook het mooie van het dorpsleven.’
Leefbaarheid dorpen voorop
‘Met al die commotie rondom de opening van de Aldi in Reek, zie je hoe essentieel zoiets als een boodschappenwinkel in zo’n dorp. Toen ik jong was had je nog drie bakkers, twee slagers, een kledingzaak en zeven kroegen in ons dorp. Dat is allemaal verdwenen, evenals andere essentiële voorzieningen. Dat betekent een verarming van de leefbaarheid in een dorp. De leefbaarheid van een dorp bestaat er uit dat iedere generatie er kan en mag zijn. Dat is nu dus niet, met als gevolg dat jonge gezinnen wegtrekken. Terwijl je ze eigenlijk wilt aantrekken met rust, veiligheid en community. Dat zijn allemaal dingen die een dorp kan bieden, maar dan moeten de voorzieningen er wél zijn. Scholen waar hun kinderen naar toe kunnen, een huisarts, een apotheek. We zijn wel eens in actie gekomen omdat de apotheek uit ons dorp dreigde te verdwijnen. Dat soort voorzieningen zijn essentieel voor een dorp. Net als het verenigingsleven trouwens. Die twee kun je niet los van elkaar zien.’
Overeenkomsten en verschillen
‘Het is zeker niet de bedoeling een tegenstelling tussen Uden en de andere dorpen te creëren. Uiteindelijk is Uden ook een dorp. Zij het met een andere functie in de regio dan de andere. Niet direct tegengesteld, maar anders. Wij vinden het belangrijk dat bij de vorming van Maashorst een bepaalde mate van gelijkwaardigheid moet worden gehanteerd. Tegelijkertijd dienen de dorpen te beseffen dat die regionale uitstraling van het grotere Uden met bijvoorbeeld het Bernhoven ziekenhuis en theater Markant, ook direct betrekking heeft op hen. Dat is nu een gezamenlijk belang dat we moeten koesteren. Maar er zijn natuurlijk ook verschillen. In oorsprong en in behoeftes. Het buitengebied en de natuur zijn zaken die we in Landerd qua beleid al jaren kennen. Ook ten aanzien van recreatie en toerisme. Uden staat daar echt iets anders in en daar moeten we elkaar nog vinden.
Ouderenbeleid
‘Een ander item wat ons betreft, is het ouderenbeleid. Want die heeft Uden niet en wij hebben daar in Landerd een veel uitgebreidere visie op. De jongerenwerker kennen we allemaal wel, maar de ouderenwerker is misschien wel veel belangrijker op dit moment. Hetzelfde geldt voor de huishoudelijke hulp vanuit de thuiszorg. Vele ouderen die hier aanspraak op moeten doen, lukt het niet om dit te krijgen. Het is nu zelfs niet mogelijk om op een wachtlijst te staan, omdat er gewoonweg geen hulp geboden kan worden. Dan laten de kleine dorpen met de zorgcoöperaties zien dat het wel degelijk anders kan, dus hier moeten we werk van maken om dit van onderaf veel beter te faciliteren en te ondersteunen.’
‘Daarbij komt dat de urgentie alleen maar groter wordt, want we worden met z’n allen steeds ouder en blijven ook langer thuis wonen. Daarom moet je de ouderenzorg – zowel vanuit het ruimtelijk aspect als vanuit het sociaal domein – integraal durven te benaderen. Waar ik erg van schrik is dat mensen die bij me komen en zeggen: “ik krijg het niet voor elkaar om voor mijn vader en/of moeder te zorgen.” Het proces daarachter is erbarmelijk slecht. Dat gaat allemaal zo traag. Voortdurend doorverwijzen, vergunningen die eindeloos op zich laten wachten, het is verschrikkelijk. Dat moet echt anders en beter.’
Woningbouw
‘Nu we het toch over wonen hebben. De factoren woonwaarde en inkomen zijn compleet uit elkaar gegroeid. Dat is al jaren niet meer te begrijpen en ik heb ook geen idee waar het naar toe gaat. Natuurlijk, een gemeente bouwt niet zelf. Maar het bepaald wel de grondprijzen en het kan met partijen als Area en Mooiland naar de mogelijkheden kijken. Verder kun je als gemeente ook sturen door te verordenen dat 30% van de bouw sociale huur- of koopwoningen moet zijn en dat mensen uit eigen dorp voorrang krijgen. We moeten vooral huizen bouwen voor de grote groep inwoners – jongeren en senioren – die het nu niet kunnen betalen. Dat vraagt van de gemeenten Maashorst dat we met de bouwbedrijven, vastgoedontwikkelaars en woningbouwcoöperaties om tafel moeten gaan zitten om dit te realiseren. Een ander aspect is dat iedereen tegenwoordig “bouwen, bouwen, bouwen” roept. Jong Maashorst bijvoorbeeld roept dat er 2000 woningen gebouwd moeten worden. Niks mis mee, zo’n getal. Maar dan wel betaalbaar bouwen en in álle dorpen. Want de kleinere dorpen hebben het hard nodig om hun leefbaarheid vast te houden. In Odiliapeel bijvoorbeeld zijn ze de generatie tussen de dertig en vijfendertig volledig kwijtgeraakt. Daar moet je als dorp voor waken. Die doorloopbestendigheid moet je daar echt garanderen. Die bouwopgave ligt heel hard. Terugkomend op die 2000 woningen. Prima. Zo lang het ook de andere dorpen betreft. En daar komt nog een probleem bij: hoeveel grond heeft Uden nog om te kunnen bouwen? Want we kunnen met z’n allen wel roepen “bouwen, bouwen, bouwen”, maar dan moeten we als gemeente ook een actief grondbeleid voeren en bijvoorbeeld de wet voorkeursrecht gemeenten inzetten als één van de instrumenten.’
Kroegentocht
‘Om een idee te krijgen wat er in de verschillende dorpen speelde, hebben we een kroegentocht gehouden. En dan merk je dat je aanvankelijk toch met een aantal vooroordelen op stap gaat, die niet blijken te kloppen. Ik wist bijvoorbeeld niet dat de licentie van Jumbo in Volkel zó groot was. En in Odiliapeel had ik aanvankelijk niet begrepen dat men bij de verbouw van het dorpshuis op zulke grote problemen was gestuit. In Reek hebben we de “woon-werken-kavels” liggen. Dat was binnen Landerd een unieke situatie, maar tijdens de kroegentocht kwam ik er achter dat dit in Odiliapeel ook speelt. Allemaal kennis die je ophaalt met zo’n kroegentocht. Er zijn ook wel wat contacten gelegd natuurlijk, maar zoiets heeft meer tijd nodig.’
Zorgen over mobiliteit
‘Bereikbaarheid is belangrijk en daar moet je als gemeentelijke partij zeker iets van vinden. Maar je moet ook beseffen dat dat wat het openbaar vervoer betreft, voor een belangrijk deel bij de provincie ligt. Toch moet je je er sterk voor maken. Ik heb in het verleden ook wel eens gevochten voor het behoud van een bepaalde busverbinding. Je moet zorgen dat in ieder dorp de mogelijkheid is om op te stappen op het openbaar vervoer. Dat is het beleid al, maar ik ben ook heel erg benieuwd hoe betaalbaar dat in de toekomst gaat worden. Want zoals we het op dit moment hebben opgetuigd, dat gaat het niet worden. Ik moet ook erkennen dat de bussen in onze regio redelijk leeg zijn. Maar misschien heeft dat juist met het beperkte aanbod te maken. Wellich is het zinvol om frequenter, met kleinere bussen te gaan rijden. De concessie verloopt nu binnen twee jaar in deze regio en wij worden gevraagd om input te gaan leveren. Ik heb de eerste voorstellen al gezien en daar werd ik niet vrolijk van. Ik ben niet zo snel voor schrappen van een lijn, want een busverbinding is er met een reden ooit gekomen. Dat moet je eerst bestuderen. Niet van “hij is leeg’ dus hij kan weg”. Kijk eerst naar de diepere oorzaken.’
‘Uiteindelijk is Uden ook een dorp, zij het met meer regionale functies.’
Lees hier meer over Voor de Dorpen
Lees ook het interview met VROUW Maashorst lijsttrekker Christa van de Langenberg
Lees ook het interview met PARTIJvdSPORT Maashorst lijsttrekker Anne Marie van Duivenboden
Lees ook het interview met FVD Maashorst lijsttrekker Janco Bethlehem
Lees ook het interview met Jong Maashorst Lijsttrekker Gijs van Heeswijk
Lees ook het interview met Maashorst Vooruit Lijsttrekker Jeroen van den Heuvel
Lees ook het interview met GeWoon Uden lijsttrekker Ruud Geerders
Lees ook het interview met Maashorst Vooruit Lijsttrekker Jeroen van den Heuvel
Lees ook het interview met PRO lijsttrekker Cock de Jong
Lees ook het interview met SP lijsttrekker Ton Segers
Lees ook het interview met UdenPlusLanderd lijsttrekker Tinie Kardol
Lees ook het interview met CDA lijsttrekker Maurits van den Bosch
Lees ook het interview met GroenLinks Landerd-Uden lijsttrekker Genoveef Lukassen
Schrijf je in voor de nieuwsbrief!
En krijg het boek ‘Zoete inval. Als in Uden de pot kookt, bloeit de vriendschap’ cadeau!
Trackbacks/Pingbacks